Ruim tien procent van de Europese tieners vertoont verslavingssymptomen als gevolg van het gebruik van social media en gaming. Dat constateert WHO/Europe op basis van een grote internationale studie. In de ogen van de WHO versterkt de studie de zorgen omtrent de impact van digitale technologie op de mentale gezondheid van jongeren. Maatregelen, waaronder onderricht in digitale geletterdheid, zijn nodig.
Uit de studie ‘Teens, screens and mental health” komt naar voren dat ruim één op de tien jongeren in de leeftijd van elf tot en met vijftien (11 procent) een problematische omgang heeft met social media. Dit is een stijging van vier procent ten opzichte van 2018. Meer dan een derde van de jongeren (36 procent) zegt non stop online contact te hebben met vrienden. Vijftienjarige meisjes scoren in dit opzicht het hoogst. Vierenveertig procent zit onophoudelijk op social media.
Jongens gamen, meisjes tiktokken
Meisjes laten in het algemeen een problematischer omgang met social media zien dan jongens. Dertien procent van de tienermeisjes vertoont probleemgedrag tegen negen procent van de jongens. Jongens zijn blijkens het onderzoek weer vatbaarder game-verslaving. Over beide groepen gemeten heeft 12 procent een problematische omgang met games. Voor jongens is dit 16 procent tegen 7 procent voor meisjes. Meer dan een derde van de adolescenten speelt dagelijks games, meer dan één op vijf (22 procent) doet dit meer dan vier uur per dag.
Negatieve consequenties
Problematisch gebruik van social media en games kenmerkt zich volgens de WHO door ‘verslavingsachtige symptomen’. Daaronder verstaat de WHO controleverlies over duur en frequentie van het gebruik, ontwenningsverschijnselen, verwaarlozing van andere activiteiten en negatieve consequenties in het dagelijks leven. Bij dit laatste valt te denken aan slaapgebrek, slechte leerprestaties, angst, depressie en sociale uitsluiting en pestgedrag. De verslavende kanten van social media en gaming zijn volgens de WHO des te zorgwekkender omdat ze vaak gepaard gaan met middelengebruik.
Digitale geletterdheid
Gezien de groeiende omvang van de problemen wil de WHO de aansprakelijkheid van fabrikanten versterken. Voor social media moeten leeftijdsgrenzen gaan gelden en er moet een raamwerk voor verantwoord ontwerp van digitale hulpmiddelen voor jongeren komen.
Hans Henri Kluge, regiodirecteur van de WHO voor Europe, hamert daarnaast op het belang van “digitale geletterdheid”. Deze moet jongeren in staat stellen om een gezonde omgang met de digitale wereld te ontwikkelen en tevens ruimte geven aan de positieve aspecten van digitalisering. “Digitaal onderricht is hiervoor cruciaal”, aldus Kluge. “Maar het is in veel gevallen inadequaat. Indien aanwezig houdt het onderwijs vaak geen gelijke tred met de ontwikkeling van de technologie. Deze kloof zal groter worden tenzij overheden, gezondheidsinstanties, onderwijzers en ouders het probleem en de oorzaken serieus nemen.”
Leerklimaat
In Nederland woedde lange tijd een discussie over het gebruik van mobiele telefoons op school. Sinds begin dit jaar is het gebruik van mobiele telefoons, tablets en smart watches op middelbare scholen niet langer toegestaan. Sinds september geldt deze overheidsrichtlijn ook voor basisscholen. Wat opvalt in de motivering is dat de overheid uitsluitend verwijst naar de negatieve impact op het leerklimaat: “Mobiele telefoons leiden af en zorgen ervoor dat leerlingen slechter presteren.” Mentale gezondheid in bredere zin komt niet in de overweging voor.