‘Zet eindgebruiker centraal bij digitalisering GGZ’

dutchhealthhub
18 september 2024
7 min

Wachtlijsten, personeelstekort, exploderende zorgvraag, administratieve lastendruk. De uitdagingen in de geestelijke gezondheidzorg (GGZ) zijn legio. Kan digitalisering uitkomst bieden? Met oplossingen voor zowel de behandelkamer als de back office levert digitalisering zeker een bijdrage. Maar de inbreng van zorgprofessional en cliënt is cruciaal.  Dit was de breed gedeelde uitkomst van de recente Inspiratiesessies voor de GGZ van leverancier HCI.

“Digitalisering is misschien niet dé oplossing voor alle uitdagingen in de ggz, maar wel een belangrijk deel van die oplossing”, aldus directeur Marc Prette van HCI. “In de back office valt grote winst te behalen, bijvoorbeeld door cliënten digitaal door te geleiden naar het juiste type zorg. Maar ook door netwerken te faciliteren waardoor zorgverleners efficiënt gegevens met elkaar kunnen uitwisselen. Dus vanuit dat perspectief zeg ik volmondig ‘ja’ op de vraag of digitalisering kan helpen om de wachtlijsten op te lossen. Maar digitalisering gaat veel breder. Het kan ook de behandeling zelf niet alleen efficiënter, maar ook beter maken.”

Ggz zonder grenzen

Het perspectief van de zorgaanbieders werd op het podium van het Singer Theater verwoord door directeur Jennifer van den Berg van SOL Psychotherapie. Als zorgaanbieder die volledig digitaal werkt zijn de voordelen van deze werkwijze wat Van den Berg betreft evident. Zowel behandelaar als cliënt zijn niet langer gebonden aan grenzen in tijd en ruimte. “Wij leveren zorg door het hele land. Als er op Texel een behandelaar nodig is die Turks spreekt, is dat voor ons geen enkel probleem. Zo nodig gaan we ook de grens over. Als er bijvoorbeeld psychische zorg nodig is bij een militair op missie in het buitenland, dan is dat voor ons geen enkel probleem.”

Om de effectiviteit van digitale ggz te onderstrepen, haalde Van den Berg een paar veelzeggende cijfers aan. “In vier regio’s waar de wachtlijsten de spuigaten uitliepen, hebben we ze flink weten te bekorten. In plaats van in acht maanden konden we mensen binnen twee weken in therapie nemen.”

Niet afstandelijk

Een veelgehoorde bedenking ten aanzien van digitale ggz is dat deze onpersoonlijk en afstandelijk zou zijn. Volgens Van den Berg is tegenovergestelde het geval. “Er is juist heel veel contact met de cliënt en juist op die momenten dat de cliënt het wil. Door videobellen, chatten, oefeningen, vragenlijsten of een digitaal dagboek, kunnen we niet alleen de cliënt actiever betrekken bij de behandeling, maar heeft de behandelaar ook veel meer informatie dan in een reguliere setting, waar een behandelaar een cliënt maar één keer in de zoveel tijd ziet.”

Cliënt als vertrekpunt

Directeur Dienke Bos van belangenvereniging MIND ziet ook positieve kanten aan digitale ggz. Maar ze formuleert vanuit cliëntperspectief wel enkele belangrijke bedenkingen. Zo moet wat haar betreft de kwaliteit van de behandeling te allen tijde het vertrekpunt zijn. “Digitalisering kan de GGZ echt verbeteren. Daarnaast kan het zeker bijdragen aan kostenreductie en werkdrukverlaging. Maar we moeten die twee niet omdraaien. Kostenreductie mag niet het primaire doel zijn.”

Fysiek alternatief

Ook toegankelijkheid en inclusiviteit van digitale zorg verdienen wat Bos betreft serieus aandacht. “Meer dan de helft van de mensen met ernstige psychiatrische problemen leeft rond of onder de armoedegrens. De kans dat daar een werkende laptop en stabiel internet aanwezig zijn, is niet zo groot. Bovendien is niet iedereen digitaal vaardig. Er moet dus altijd een volwaardig fysiek alternatief aanwezig zijn.”

Gevoelige informatie

En dan is er natuurlijk het punt van privacy en data-veiligheid. Juist in een sector als de GGZ waar het draait om uiterst gevoelige, persoonlijke informatie verdienen deze zaken extra aandacht. Het beste recept om ongelukken te voorkomen is volgens Bos inclusie van cliënten.  “Het ontwikkelen van digitale oplossingen moet altijd met de eindgebruiker samen. Niet alleen aan het einde van het proces even testen, maar betrek die cliënt van ontwikkeling tot implementatie.”

Opschaling

Inclusiviteit is ook een punt van zorg voor Femke van de Pol, senior zorginkoper GGZ bij CZ. “Misschien is digitale zorg niet voor iedereen het juiste middel, maar wat mij opvalt is dat aan de voorkant bepaalde doelgroepen bij voorbaat worden uitgesloten.”
Ook op een ander vlak worden digitale hulpmiddelen wat haar betreft nog onvoldoende uit genut. “Digitale middelen worden vaak wél ingezet voor de één-op-één relatie met de cliënt, maar hoe zorgen we er voor dat zorgverleners elkaar vinden in digitale netwerken. We zullen echt moeten investeren in digitale netwerkzorg.”
Van de zorgaanbieders die Van de Pol in het CZ-werkgebied tegenkomt maakt ongeveer een derde echt werk van digitale zorgpaden. Daaruit valt op te maken dat digitalisering een onomkeerbaar proces is. “We kunnen en willen echt niet meer zonder digitale zorg”, aldus Van de Pol. “Gelet op de groeiende zorgkloof moeten we de zorg echt anders organiseren, maar we zien nog geen effect op de toegankelijkheid en kosten. Veel innovaties stranden bij opschaling.”

Artificiële intelligentie

Opschaling is in ieder geval niet het probleem bij de nieuwste loot aan de boom van digitale transformatie: artificiële intelligentie. Na de introductie van ChatGPT in 2023 groeide het aantal gebruikers in no time naar 200 miljoen per week. Bij de opmars van generatieve ai, ook wel bekend als general purpose ai of large language models (LLM’s), horen ook grote budgetten; Elon Musk’s LLM Grok is naar verluid goed voor 18 miljard dollar.

Gelet op de razendsnelle opmars en het disruptieve karakter, is geen discussie over digitale zorg compleet zonder over ai te spreken, aldus Gideon Kreytz, innovatiedirecteur bij HCI. “Of je nu consument, cliënt of zorgverlener bent, we gaan er steeds vaker gebruik van maken”, aldus Kreytz. “Nu gaat het vooral nog om speech-to-text. Als je als behandelaar iets in begrijpelijke taal wilt uitleggen, kan ChatGPT dat. Maar er zijn ook al modellen die de behandelaar vertellen wanneer die iets vergeet te vragen. Automatische patroonherkenning wordt in de radiologie al heel veel toegepast. Straks is de anamnese  al online gedaan en zijn er vervolgafspraken gepland zonder dat je er als behandelaar iets voor hebt hoeven doen.”

Kritisch blijven

Gevaren ziet Kreytz ook. Bias in bronbestanden en datamodellen kunnen in de zorg toegang en kwaliteit negatief beïnvloeden. Privacy is bij datavreters als LLM’s een constante bron van zorg. En dan speelt er binnen de context van de zorg ook nadrukkelijk de vraag wie er verantwoordelijk is voor de uitkomsten: de bedenker van het model, de zorgverlener of misschien wel de cliënt?  Het advies van Kreytz: “Blijf nieuwsgierig, maar kritisch. Daar zullen we je als HCI zeker bij helpen.”

Spraakgestuurd rapporteren

Wat ai in de praktijk vermag, maakte de presentatie van Maarten Timmers goed duidelijk. Als huisarts merkte hij tot zijn frustratie dat hij tijdens patiëntcontacten steeds meer aan zijn  beeldscherm gekluisterd zat. “Doordat ik doorlopend formulieren moest invullen had ik nauwelijks nog aandacht voor de patiënt tegenover me.” Dus nam Timmers met een ai-ontwikkelaar onder de naam Juvoly het initiatief voor een eigen applicatie voor spraakgestuurd rapporteren. “De software luistert mee, transcribeert en maakt een samenvatting voor het dossier”, aldus Timmers. “De computer staat niet meer op tafel, maar hangt aan de muur. Als een patiënt of cliënt binnenkomt, opent het dossier zich automatisch. Een eventueel behandelplan of verwijsbrief staat op de achtergrond al klaar. Toetsenbord en muis zijn niet meer nodig. Er volgt automatisch een verwijzing naar iemand verder in de keten. Dit verbetert de samenwerking verder.”

Uitdaging

Met Juvoly heeft Timmers niet alleen zijn eigen werk weer leuk gemaakt, maar ook dat van collega’s in vijfhonderd andere huisartsenpraktijken. Samen met HCI richt Juvoly nu ook de blik op ziekenhuizen en de GGZ. Met meer dan meer dan duizend zorgaanbieders die het HCI GGZ EPD gebruiken is HCI een logische partner om op te schalen. Eén van de technische uitdagingen waar de twee partijen aan werken is verdere stroomlijning van de informatieoverdracht, waardoor het gesproken woord idealiter automatisch op de juiste plek in het EPD landt.

Patiëntreis

Voor directeur Hans ter Brake van Quli begint “kwaliteit van zorg” altijd bij de cliënt of -beter gezegd- bij de burger. “Eigenlijk bent u als zorgverlener een tijdelijke passant in het leven van uw cliënt”, hield Ter Brake de ggz-professionals in Singer Laren voor. “Die mens is de enige constante in alle zorgprocessen. U maakt af en toe deel uit van zijn of haar levensreis.”

Ter Brake’s woordkeuze is een welbewuste. Al jaren maakt hij zich sterk voor een digitale omgeving waarin de burger zelf zijn eigen zorg- en gezondheidsreis kan regisseren. En dat met eenzelfde gebruikersgemak als in de reiswereld al jaren vanzelfsprekend is. “Ik weet niet hoe u uw vakantie boekt, maar ik doe het via een reisapp. Binnen die omgeving kan ik een vlucht en een hotel boeken, maar ook een bus of excursies.”
Door alle schotten, silo’s en domeinen is van een dergelijke naadloze ervaring in de zorg vaak geen sprake, aldus Ter Brake. “Als je uit het ziekenhuis komt met een gebroken been, waar haal je dan je krukken?”

Mensgericht platform

Ter Brake’s ideaal van een online “mensgericht platform” waar alle lijnen -van informele ondersteuning tot sociaal domein en formele zorg- samenkomen is recentelijk een stap dichterbij gekomen. Onder de paraplu van HCI werken Quli en Uw Zorg Online aan een integratie. Daarmee krijgt zowel de functionaliteit als het bereik van het platform een enorme impuls.

 

Bekijk dit artikel en meer op DutchHealthHub

Dit is een artikel van Dutch Health Hub. Wil je op de hoogte blijven van al het nieuws uit de zorgsector? Neem dan een kijkje op de hub en meld je aan voor de online community.

Gerelateerde artikelen