Koude ict zorgt voor warme gezondheidszorg

RAM-IT wil met investeerder Keensight toeslaan met uitbesteding
De ict-markt voor gezondheidszorg trekt de aandacht van buitenlandse investeerders. De groeiverwachtingen zijn zo gunstig dat Keensight Capital zich hier een belangrijke positie verwierf. De Frans-Britse private equitygroep, die zich toelegt op tech en healthcare, nam een strategische meerderheidsbelang in RAM Infotechnology (RAM-IT). Een gesprek met Joachim Kaarsgaren en Dirk Fabels, de aanblijvende directeuren die het Utrechtse bedrijf verder willen uitbouwen.
Het initiatief tot de deal kwam van Keensight Capital, bekent Dirk Fabels, mededirecteur RAM-IT. De investeerder met kantoren in Parijs en Londen benaderde het bedrijf uit Utrecht met het oog op het groeipotentieel. Veel digitalisering moet nog plaatsvinden. Ook outsourcing staat in de kinderschoenen. ‘In de ziekenhuissector is slechts vijf procent van de ict uitbesteed’, vult Joachim Kaarsgaren, de andere directeur, aan.
Een jaar of twintig geleden zag het ziekenhuiswezen nog weinig heil in de ict-branche. Het duurde nog vrij lang voordat de sector doordrongen was van de toegevoegde waarde die ict-bedrijven kunnen hebben. Een paar jaar geleden keerde het tij. Erik Gerritsen, secretaris generaal bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), zei dat ‘koude ict kan zorgen voor een warme gezondheidszorg’. De coronacrisis heeft deze ontwikkeling versneld.
RAM-IT zegt met zijn E-cumulus-platform (framework) bij uitstek gepositioneerd te zijn om aan de behoefte in de gezondheidszorg te voldoen. Ook de ‘care’-sector, waaronder de bejaardenzorg en de GGZ vallen, biedt groeipotentieel. Het percentage outsourcing ligt daar met 25 procent beduidend hoger dan bij de ziekenhuizen. Dat komt vooral omdat die sector heel moeilijk aan ict’ers kan komen en technologie al eerder omarmde.
RAM-IT claimt marktleider te zijn bij clouddiensten voor de zorg. Kaarsgaren baseert zich daarbij op cijfers over het aantal gewonnen tenders. Onder meer M&I/Partners en Quint houden dit bij. Gemiddeld gaat de helft hiervan naar RAM-IT, stelt mededirecteur Fabels.